Spraak
De spieren van lippen en tong verzorgen de spraak (articulatie). De meest voorkomende stoornissen van de spraak zijn:
- Slissen, dit is spreken met de tong tussen of tegen de tanden (bij klanken als s,z,t,d,n en l)
- Stotteren
- Spraakontwikkelingsstoornissen (klanken weglaten of vervangen door andere klanken)
- Het niet goed kunnen uitspreken van een bepaalde klank (bijvoorbeeld de r)
- Verbale dyspraxie, dit komt zowel bij kinderen voor als bij volwassenen
- Een hersenziekte kan het spraakvermogen aantasten (Parkinson)
- Na een hersenbloeding, een herseninfarct of een hersenbeschadiging kunnen verlammingen van de spraakspieren optreden
- Bij kinderen met een aangeboren gehemelte- of lipspleet (schisis) is de spraak vaak minder verstaanbaar
Andere functies die te maken hebben met het gebruik van spieren van lippen en tong kunnen worden behandeld, denk aan:
- Eet- en drinkstoornissen
- Afwijkend mondgedrag zoals het zuigen op vingers of speen, open mondgedrag en/ of mondademen.